Stoppen we ons ooit af en vragen we ons af hoe we de natuurlijke verlangens van onze hersenen naar sociale betrokkenheid met anderen hebben bevredigd voordat sociale media opkwamen? Waarom is het een fenomeen dat we zo snel hebben geaccepteerd en zo volledig in ons leven zijn gegrift?
Het antwoord ligt in de wetenschap en de evolutiegeschiedenis van onze hersenen. De vooraanstaande psycholoog professor Bruce Hood, die auteur is van het nieuwe boek "Domesticated Brain", zegt dat de grootte van de hersenen ongeveer 20,000 jaar geleden een hoogtepunt bereikte. Vanaf dat moment begonnen onze hersenen kleiner te worden, waardoor we volgens hem eerder gaan roddelen! Verward?
Hij legt verder uit dat sinds de evolutie van de mens onze hersenen groter werden. Onze voorgangers bevonden zich in een constante staat van 'overlevingsmodus' en waren altijd klaar voor de strijd, dus gedurende talloze generaties nam de hersenomvang toe.
Die groei raakte echter zo'n 20,000 jaar geleden een muur en toen begon het patroon om te keren en begonnen onze hersenen te krimpen. Professor Bruce gelooft dat dit te maken heeft met onze toegenomen domesticatie. We zijn niet langer bang voor ons leven of zijn constant alert op bedreigingen. We hebben zelfs de luxe van supermarkten en winkels, dus in wezen is ons overleven veel gemakkelijker geworden. Dus nu snakken we naar meer stimulatie door omgang met anderen en zijn we "natuurlijke roddels".
De Amerikaanse academicus Bruce zegt dat sociale media ons in staat stellen om op grotere schaal aan deze drang te voldoen en stelt in zijn boek:
"Het feit dat veel mensen de drang hebben om met veel mensen in contact te komen via sociale media is niet zo verwonderlijk, onze hersenen zijn geëvolueerd tot sociale dieren".
“Wat interessant is, is dat je zou kunnen aannemen dat de grotere blootstelling aan verschillende opvattingen die sociale media met zich meebrengen, ons allemaal veel meer ruimdenkend zou maken.
“Wat we in werkelijkheid zien, is natuurlijk het tegenovergestelde. Mensen lijken online meer geneigd te zijn in nichegroepen van gedachten dan in het echte leven. "
Hij zegt dat toen mensen zich vestigden in vaste gemeenschappen, hun hersenen zich ontspanden omdat ze niet iedereen om hen heen te slim af hoefden te zijn, wat kansen opende voor hoger denken.
Dit markeerde ook het begin van 'groepsintelligentie' waarin kennis wordt geleerd en vervolgens wordt doorgegeven en overgeërfd door de generaties heen.